Nieuws over kunst en geneeskunde
In deze rubriek vindt u onder redactie van Henk Maassen elke twee weken op zaterdag recensies over actuele romans, films, muziek, theater, tentoonstellingen en poëzie waarin geneeskunde een rol speelt.
26 april 2025
Roman
De prinses die mij warm houdt, Leo van Bergen, Palmslag, 183 blz., 22,95 euro
Perpetuum mobile van verwonding en herstel
Vijf verpleegsters melden zich in een als hospitaal ingericht kasteel aan begin van de Eerste Wereldoorlog, waar gewonde soldaten worden opgevangen en, voor zover mogelijk, behandeld. Zo ongeveer begint De prinses die mij warm houdt van medisch-historicus Leo van Bergen, die zijn metier niet verloochent getuige de uitgebreide verantwoording aan het slot van zijn novelle. Het perspectief van waaruit de lotgevallen van deze ‘zusters’ worden verteld is opmerkelijk: de jurk van een van hen. Af en toe onderbroken door een korte bespiegeling van de draagster van de jurk, Roos. Het geeft Van Bergen de gelegenheid om zijn grote historische kennis in zijn vertelling onder te brengen. Merkwaardigerwijs verhevigt juist die opzet ook de impact van de verschrikkingen en gruwelijkheden waarmee de zusters te maken krijgen, met tegen het einde bovendien nog een bijna apocalyptisch coda. ‘We dachten echt alles op het gebied van letterlijk en figuurlijk hartbrekende ziektes en verwondingen en vergiftigingen te hebben meegemaakt en dat het niet erger kon. We waren ervan overtuigd dat Pandora’s doos al jaren geleden geheel en al was geleegd, de hoop incluis. Maar ergens in een klein hoekje is blijkbaar toch nog een gesel achtergebleven die ons nu door een of andere sadistische god alsnog in de schoot wordt geworpen.’ Lees: De Spaanse Griep, door de artsen en verpleegkundigen aangeduid als ‘De Ziekte’.
De vijf verpleegkundigen dragen schier onmenselijke lasten: het gebrek aan privacy, hun slopende moeheid, verkrachtingen waaraan ze blootstaan. En niet te vergeten de weggedrukte geestelijke pijn die hen, volgens Roos, verbindt ‘met de zichtbare, lichamelijke pijn van de gewonden’. Maar die de zusters ook van de gewonden vervreemdt, vanwege de pijn die zij de gewonden moeten toebrengen. ‘Pijn vormt de tegelijkertijd stevige als poreuze bodem onder een relatie die even onlosmakelijk als broos is.’ Geen wonder dat ze soms voor ‘zalige verlichting en ontspanning’ schuldbewust een greep in de kast met morfine doen.
Vaak nemen de ‘zusters’ taken van de artsen over, stellen de diagnose en bepalen zelfs wat de behandeling moet zijn. Dit boek is daarmee een herwaardering van de rol van verplegenden in deze, en misschien wel in elke oorlog. Over de nationaliteit van de ‘zusters’ komen we niets te weten, evenmin over wie vriend of vijand is. Ook dat geeft de vertelling iets universeels: oorlogsgeneeskunde als niets anders dan ‘een zichzelf in standhoudend perpetuum mobile van verwonding en herstel net zolang tot er niets meer te verwonden en te herstellen over is’.
Henk Maassen
