Scoop 12: 4 oktober 2025
In deze aflevering: hoe het leven van de een, de dood van de ander kan betekenen (de film Voor de meisjes); een racist die op het eind van haar leven te maken krijgt met een zwarte verzorgster (de roman Binnenrijm van bloed); een ziekenhuis op rails (de documentaire Salamatty Kazakhstan) en een film over een ernstige epidemie die zijn sporen nalaat in de generaties daarna (Alpha). Ook tippen we opnieuw de prachtige voorstelling annex film Porte Bagage.
Hier vindt u de pdf van deze editie.
Reacties in de vorm van opmerkingen, vragen, tips, kritiek en lof kunnen naar: scoop0329@gmail.com
Film
Voor de meisjes, nu in de bioscoop

Moreel dilemma: wie leeft, wie sterft?
Voor de meisjes van Mike van Diem – die eerder Karakter en De Surprise maakte – zou je als een (medisch) moreel gedachtenexperiment kunnen opvatten. Want ga maar na: twee bevriende stellen delen al jaren een vakantiehuis in de Oostenrijkse Alpen. Wanneer hun puberdochters tijdens een gezamenlijke vakantie betrokken raken bij een ongeluk, brokkelt de ogenschijnlijke vriendschap in rap tempo af, en komen allerlei verborgen issues boven water. De ene dochter raakt als gevolg van het ongeval in een coma en zal daar nimmer uit ontwaken, de andere heeft ernstige hartschade en zal een nieuw hart nodig hebben. De zaak loopt pas echt uit de hand als de ouders horen dat één dochter kan worden gered, maar alleen als het andere, comateuze meisje wordt opgegeven en haar hart ‘ter beschikking stelt’. Wat je zegt: een moreel dilemma. In reincultuur dat wel, want de handeling voltrekt zich, los van begin en slot van de film, min of meer op één plaats en in betrekkelijk korte tijd, en heeft veel weg van een manipulatief schaakspel waarbij stukken worden opgeofferd. Eindigt het in remise of wint er iemand?
De emoties lopen hoe dan ook hoog op: maar misschien toch een tikkeltje anders dan de kijker aanvankelijk verwacht, want de ouders zijn eerder aangezette types dan volbloed karakters. In het ene stel oogt zij muizig maar is kordaat (Thekla Reuten), en is hij sloddervossig en ongepolijst: ‘ik doe iets in de off-shore of zo’ (Fedja van Huêt). In het andere stel is zij knap en ongedisciplineerd (Noortje Herlaar), en hij nogal gepolijst en autistisch (Valentijn Dhaenens). Ook de artsen in de film zijn een soort sjablonen, ofschoon minder grotesk dan de ouders soms zijn.
Toch werkt het geheel als een tierelier dankzij het knappe scenario en de glasheldere enscenering van Van Diem die daarbij optimaal gebruik maakt van natuurlijke omgeving – deze film had hij niet in het vlakke, bebouwde Nederland kunnen draaien. Van Diem schreef in feite een wellmade play waarin (vrijwel) elk element en elke wending betekenis heeft of krijgt.
In een fraai interview in De Filmkrant heeft hij uitgelegd hoe hij dat deed. Hij vertelt daarin ook hoe verschillend het publiek reageert op zijn film. Sommigen zien het als een sardonische zwarte komedie, maar er zijn ook mensen die bedroefd de zaal verlaten.
Hoe een en ander voor u uitpakt, dat moet u dus zelf gaan zien. Ik zag een van de beste Nederlandse films van de laatste jaren.
Henk Maassen
Roman
Binnenrijm van bloed, Antjie Krog, [Vertaling: Robert Dorsman], Arbeiderspers, 256 blz., 24,99 euro

Hoe liefde en afkeer te verenigen?
Antjie Krog is een van de bekendste hedendaagse dichters van Zuid Afrika. Tot nu toe publiceerde zij slechts af en toe ook proza en daar is nu Binnenrijm van bloed, dat onlangs in het Nederlands verscheen, aan toegevoegd. Het is een autobiografisch boek. De poëtische titel geeft al wat weg over het onderwerp. Een binnenrijm ontstaat wanneer er twee woorden in een zin op elkaar rijmen, of te wel, als twee woorden in een zin vanwege de klank bij elkaar horen. Met het woord bloed worden er meerdere dimensies aan dat binnenrijm toegevoegd. Het boek gaat over haar band met haar moeder, met wie ze door het bloed is verbonden. Maar tegelijkertijd is het woord bloed ook verbonden met ras, hetgeen zeker in de Zuid-Afrikaanse context relevant is. En Antjie is ook door een andere band verbonden met haar moeder: ze zijn allebei schrijfster. Maar Dot Serfontein, de moeder, is een witte schrijfster uit de apartheidstijd en Antjie, de dochter, heeft afstand genomen van de apartheid. In de ogen van het apartheidsregime was zij een landverraadster.
Dot is tegen de 90 en hulpbehoevend. De dagverslagen van de verpleegkundige maken dat duidelijk:
18 september 2016
Pt krijgt zuurstof. Pt haar hand nog gezwollen. Zuster zal dokter laten komen.
Pt krijgt medicatie en vloeistoffen.
Pt herkent niemand.
Ontlasting weinig en zacht.
Haar kinderen wonen niet allemaal in de buurt, dus is het nodig dat er voor haar gezorgd wordt. En dat gebeurt door zwarte verpleegkundigen, aanvankelijk moeilijk te verdragen door Dot. Daar is al een keer een roman over geschreven door Marlene van Niekerk: Agaath. In die roman zou er sprake kunnen zijn van een wraakneming door het lijden van een vanwege ALS ten dode opgeschreven witte vrouw, ooit de baas, zo lang mogelijk te verlengen door de perfecte verzorging van haar zwarte verzorgster, ooit haar raciale ondergeschikte. Maar daarvan is in het boek van Antjie Krog geen sprake. Victoria, de belangrijkste zwarte verpleegkundige, helpt haar moeder liefdevol en adequaat, en Dot laat zich ook helpen, wel na een moeizaam begin. Maar vreemd is het wel. Op een familiefeest op de familieboerderij Elandspruit, waar Dot met haar verpleegster aanwezig is, noteert Antjie: “Het treft me als een openbaring: het is niet eerder voorgekomen dat ons gezin op Elandspruit zo bij elkaar zit, samen met een zwart persoon aan tafel. Ik kijk om me heen, maar iedereen is er kennelijk al helemaal aan gewend.”
Op de cover staat dat Binnenrijm van bloed een autobiografische roman is. Dat is zeker zo, maar dan wel in een aparte categorie. In het boek staan naast de autobiografische herinneringen ook brieven over en weer, verpleegkundige verslagen (met vrijwel altijd een opmerking over de ontlasting van Dot), teksten van haar moeder, zowel gepubliceerd als ongepubliceerd, poëzie, interviews met direct betrokkenen, foto’s, afbeeldingen en historische passages over de twee Boerenoorlogen rond 1900. Soms is daardoor niet helemaal duidelijk wie er aan het woord is, maar langzaam maar zeker krijg je meer grip op de tekst en dan openbaart zich de worsteling over hoe de dankbaarheid en het respect van de dochter zich vermengen met haar onbegrip voor het racisme van de moeder.
“Ik bevind me, zoals vanaf mijn vroegste jeugd al het geval is, opnieuw in een wurggreep van volslagen bewondering voor haar schrijverschap. God, wat kan die vrouw schrijven! Maar het raakt me ook hoe juist zij, die haar racisme nooit onder stoelen of banken stak, zo onbevooroordeeld, zo onverschrokken, zo vrijmoedig kon onderzoeken waar haar verbeelding en haar schrijverstalent haar zou brengen.”
Ook interessant is wanneer Antjie een prijs krijgt – het is apartheidstijd – en een journalist aan haar moeder vraagt wat zij er van vindt, dat een landverraadster deze prijs krijgt. Maar Dot gaat vierkant achter haar dochter staan. Dot is een moeder om van te houden en te bewonderen, maar ook een moeder om te haten, een moeilijk en eigengereid mens, zoveel is wel duidelijk.
Het afscheid van Dot valt ook samen met de verkoop van de familieboerderij, weliswaar niet onteigend, maar daar lijkt het wel erg op. De nieuwe politieke verhoudingen en de corruptie in Zuid-Afrika sluipen zo langzaam ook de familie binnen.
Ik vermoed dat er meer mensen zijn die zich in een dergelijke situatie bevinden als hun vader of moeder stervende is. Veel ouder-kind relaties worden gevuld met dergelijke haat-liefde gevoelens die soms moeilijk te ontwarren zijn. Ook de verkoop van het geboortehuis van de kinderen kan diepe emoties losmaken. Dat kan tot een verlamming leiden, maar je kunt ook, zoals Antjie Krog, proberen die knoop van verlamming te ontwarren. Daarin is zij met dit boek glansrijk geslaagd.
Arko Oderwald
Documentaire
Salamatty Kazakhstan, vanaf 9 oktober in de bioscoop

Een polikliniek op rails
Salamatty Kazakhstan (Gezond Kazakhstan) is een polikliniek op rails. De trein doorkruist non-stop gedurende 8 maanden per jaar 17 provincies, stopt op 121 stations en legt 18.000 kilometer af om medische zorg te brengen in Kazakhstan. De rijdende kliniek bereikt zo de meest afgelegen delen van het immense land en is elke dag geopend. Lokale bewoners kunnen artsen raadplegen voor onderzoek en diagnose. De polikliniek aan boord is state-of-the- art en alle belangrijke ziekenhuisspecialismen (inclusief tandheelkunde) zijn vertegenwoordigd. Documentairemaker Ben van Lieshout reisde enige maanden mee met de artsen en het treinpersoneel en filmde de patiënten die zij helpen.
We zien hoe de trein stopt in negorijen van slechts enige honderden inwoners, waar het personeel steeds weer wordt verwelkomd met een derderangs artiest en een toespraak door een lokale notabel. Daarna melden zich de patiënten, in grote getale. Van jong tot oud en heel erg oud, en met een veelheid aan kwalen: van een ingegroeide teennagel, een zere kies en een verouderd spiraaltje tot oogproblemen, prostaatklachten, en ernstig hartfalen.
In interviews wordt duidelijk wat de artsen beweegt om zo lang van huis te zijn: ze zeggen het belangrijk te vinden dat iedereen in hun land gratis toegang tot medische zorg heeft, maar dat hun werk goed betaald is ook een absoluut niet te onderschatten motief. Dat ze daardoor langdurig hun vaak jonge kinderen moeten missen, nemen ze op de koop toe.
Van Lieshout legt het allemaal vast met oog voor detail, waarbij hij vaak even verwijlt bij de gezichten van al deze mensen. Zijn film benadrukt bovendien de werkgemeenschap van al die mensen aan boord van de trein en geeft en passant een indruk, maar ook niet meer dan dat, van een land waar soms de tijd lijkt stil te staan – Arts: ‘Heeft u diabetes?’, Patiënt: ‘Wat is diabetes?’ – maar soms ook helemaal niet: ook in Kazakhstan gebruiken de mensen tiktok, instagram en what’s app.
Henk Maassen
Film
Alpha, nu in de bioscoop

Intergenerationeel trauma door besmettelijke ziekte
De dertienjarige Alpha woont bij haar alleenstaande moeder en is flink aan het puberen. Wanneer ze na een feestje met een tatoeage thuiskomt, breekt de hel los. Haar moeder, die als arts in een ziekenhuis werkt, denkt dat ze door een vuile naald besmet is geraakt met een virus waar niemand over wil praten, maar iedereen als de dood voor is. Haar ziekenhuis ligt inmiddels vol met patiënten die besmet zijn geraakt. Julia Ducournau regisseur/scenarist van de film Alpha werd geboren 1983 als kind van artsen, twee jaar nadat aids de kop had opgestoken, en het is duidelijk dat ze zich door die ziekte liet inspireren. We kennen haar als de cineast van Raw en Titane, films waarin ze haar voorkeur voor body-horror niet onder stoelen of banken stak. Ook Alpha is daar niet vrij van: patiënten met de vreemde ziekte veranderen geleidelijk in een soort harde, marmeren beelden.
Ducournau kiest voor deze aanpak omdat ze meer dan de letterlijk geschiedenis van aids wil vertellen. Haar film moet dezelfde angst oproepen die ze voelde in de omgeving waarin ze gedurende de jaren ’80 en ’90 opgroeide. Uit een interview met haar: ‘Wat mij toen vooral trof, zelfs meer dan het idee van het virus zelf, was hoe elke laag van de samenleving besmet raakte met angst, en hoe dat ertoe leidde dat een bepaalde groep mensen werd buitengesloten — in plaats van dat de samenleving de trauma’s onder ogen zag en toegaf dat het iedereen aanging.’ Ze laat daarbij zien welke impact de ziekte op de samenleving had, en doet dat in een beeldtaal die het verleden de uitstraling geeft van foto’s uit die tijd. Dat contrasteert met het vaak staalblauwe heden in de film. Omdat Ducournau daarbij ook het intergenerationele trauma dat de aids-epidemie veroorzaakte wil tonen, brengt haar film dat verleden en heden steeds dichter bij elkaar, tot het moment dat ze ogenschijnlijk gaan samenlopen. Dat leidt soms tot verwarrende tijdlijnen die op een gegeven ogenblik voor deze kijker althans niet meer te ontwarren waren, maar het is niet onmogelijk dat dit juist Ducournaus bedoeling is. Alpha is daarmee typisch een film die je tweemaal zou moeten zien.
Point of view van de film is – denk ik – dat van Alpha, het pre-tienermeisje. Zelfs de scènes uit het leven van haar moeder of het leven van haar oom Amin, die besmet raakte met het virus, kun je nog steeds opvatten als Alpha’s versie ervan – ook al was ze daar niet lijfelijk bij. Daardoor werken de scenes in de film uiteindelijk als ‘A Dream Within a Dream’, precies zoals dat wordt verwoord in het gelijknamige gedicht van Edgar Allen Poe waarover ze hoort tijdens de Engelse les: ‘All that we see or seem/Is but a dream within a dream’.
Maar een droom was het dus niet, het was een vreselijk trauma verpakt als een droom.
Henk Maassen
Theater & Film
Porte Bagage, tot eind december te zien in het hele land, zie: portebagage.nl/nl/tickets

Met dementerende vader terug naar Marokko
‘Haal dat ding weg. Straks raak ik de weg kwijt.’ De familie Idrissi is in hun oude bestelbus onderweg naar Marokko. Vader Musa rijdt ‘de eerste duizend kilometer’ en wil niet dat zijn oudste zoon een moderne routeplanner aanzet. Uit zijn hoofd somt hij moeiteloos de grote plaatsen in België, Frankrijk en Spanje op, voordat ze bij de boot naar Marokko zullen arriveren. Opmerkelijk, denk je dan welhaast ongemerkt als kijker, want bij Musa is beginnende dementie vastgesteld.
Die ziekte is ook de reden dat hij voor een laatste keer wil terugkeren naar Marokko, ‘mijn echte thuis’. Niet alle familieleden zijn even enthousiast over dat plan, maar oudste dochter en mantelzorger Noor weet iedereen te overtuigen. Zij neemt, zoals zij eigenlijk voor alles in de familie verantwoordelijk is, de logistiek van deze reis voor haar rekening. Sinds de dood van hun moeder zijn ze niet meer gezamenlijk naar Marokko geweest. Ze hoopt dat het ‘gezellig’ wordt.
Porte bagage is de eerste speelfilm van het onafhankelijke productiehuis Zouka, opgericht door broer en zus Abdelkarim en Asma El-Fassi, dat eerder de documentaires Mijn vader de expat en Toen ma naar Mars vertrok uitbracht. Er is bewust gekozen voor een zogeheten cross-over distributie. Voorafgaand aan de film treedt cabaretier Nabil Aoulad Ayad live op met een persoonlijke, ontroerende en ook zeer geestige conference over zijn familie. ‘Ik ben een emotioneel eter,’ grapt hij onder meer. ‘Als ik een taart zie, word ik emotioneel.’
Het ijzersterke aan Porte bagage is dat de film, vanuit het perspectief van een Marokkaans gezin, universele vragen stelt die geen kijker onberoerd zal laten. Wat betekent familie voor jou? Hoe verhoudt die betekenis zich tot jouw persoonlijke vrijheid en verantwoordelijkheid, helemaal als iemand uit die familie onomkeerbaar ziek wordt en verzorgd zal moeten worden? Deze levensvragen worden “beantwoord” op een tragikomische manier die mij ook zo raakte in de Thaise filmhit How to make millions before grandma dies.
De makers hopen dat Porte bagage de aanzet geeft om binnen migrantengemeenschappen, waar het aantal mensen met dementie snel stijgt, het gesprek hierover aan te gaan. Maar goed mogelijk dat de film tot veel meer discussie aanzet. De film kun je ook zien als een ode aan de onafhankelijkheid. Zes jaar hebben de makers gedaan over hun film, zonder enige artistieke concessies te doen. Musa lijkt aanvankelijk een heel traditionele Marokkaanse vader. Maar aan het eind van de film, als hij in Marokko blijft, geeft hij met name Noor tot driemaal toe een zeer geëmancipeerde boodschap mee: ‘leef je leven’. Hopelijk dat haar benoeming tot chef-kok bij een prestigieus Parijs restaurant een cliffhanger is voor Porte Bagage 2.
Naast tal van ontroerende scenes valt er ook veel te lachen. Hilarisch is de scene met een overheidsdienaar die de familie-bus niet ver over de Marokkaanse grens staande houdt voor een paspoortcontrole. In de film wordt sowieso fantastisch geacteerd. Als Musa (gespeeld door Mahjoub Benmoussa) en Noor (gespeeld door Ahlaam Teghadouini) al geen nominatie voor een Gouden Kalf krijgen, dan maar voor een Oscar. Als ik toch wat kritiek mag/moet geven: het jongste familielid dat meegaat maakt met een oude camera, waarmee vroeger de trips naar Marokko werden vastgelegd, als het ware een film in de film. Die rol had wat mij betreft meer uitgediept kunnen worden. Niettemin: moge deze prachtfilm vele prijzen krijgen.
Vittorio Busato (psycholoog, auteur en journalist)