In deze rubriek staan beschrijvingen van allerlei plaatsen in Europa die medisch-literair interessant zijn. Elke twee weken, alternerend met Scoop, verschijnt er op zaterdag een nieuwe aflevering. De tekst is ook als pdf down te loaden, zie onder het bericht. Eerdere posts staan onder het laatste bericht. Commentaar, vragen, tips, kritiek en lof kunnen worden gestuurd naar Arko Oderwald: website@litmed.nl
19 Juli 2025
Lissabon: Fernando Pessoa (2)
Plaats: diverse plaatsen
Duur: Als je deel 1 en deel 2 volgt is de dag bijna gevuld.
Hier kun je de pdf downloaden
- Het graf van Pessoa, aanvankelijk
Plaats: Cemitério dos Prazeres
Adres: Praça São João Bosco 568, 1350-297 Lisboa.
Hoe kom je daar: Tram 28E, eindpunt (zo’n beroemde gele tram)
Openingstijden: 09:00-17:00 (Okt – Apr) tot 18:00 in Mei tot September
Kosten: geen
Na zijn overlijden werd Pessoa op het Cemitério dos Prazeres begraven bij zijn familie. Een prachtige begraafplaats, maar onder de rook van het vliegveld, zodat er voortdurend vliegtuigen laag over vliegen.

Bij binnenkomst vallen de vele katten op, die hier blijkbaar een goed leven hebben.

Loop je helemaal naar het einde van de begraafplaats dan kijk je uit over een vallei en links de grote hangbrug over de Taag, de 25 April brug.
Een katholieke begraafplaats met veel huisjes, mausoleums. Zo worden er hele dodenstraten gevormd.

Opvallend zijn de ramen, zodat je naar binnen kunt kijken.

Naast de kerk is een ruimte waarin dissecties werden gedaan en daar duikt, een beetje tot mijn verbazing, weer de naam op van dr Sousa Martins, de heilige dokter van Lissabon, als een van de gebruikers op. (zie Ter Plekke 1)

José Saramago, de Portugese winnaar van de nobelprijs voor de literatuur, laat in zijn roman Het jaar van de dood van Ricardo Reis de hoofdpersoon, een alter ego van Pessoa, de Braziliaanse arts Ricardo Reis, het graf van zijn schepper bezoeken op deze begraafplaats.

Saramago beschrijft dat bezoek als volgt:
Toen Ricardo Reis bij het kerkhof arriveerde luidde het klokje in de poort, het klepelde met de klank van gebarsten brons, als een landelijke hoeve in de lome rust van de siësta. Een handkar verwijderde zich met schommelende rouwrabatten, gevolgd door een groep donkere lieden, vrouwen gehuld in zwarte doe¬ken en mannen in trouwpakken, ze droegen witte chrysanten in hun armen, terwijl hele bossen van die bloemen de lijkbaar tooi¬den, zelfs bloemen ondergaan niet allemaal hetzelfde lot. De handkar verdween achter in het kerkhof en Ricardo Reis begaf zich naar de administratie, het dodenregister, om te vragen waar het graf lag van Fernando António Nogueira Pessoa, overleden op de dertigste van de vorige en begraven op de tweede van de huidige maand, opgeborgen op dit kerkhof tot het einde der tij¬den, wanneer God de dichters laat ontwaken uit hun provisori¬sche dood. De ambtenaar beseft dat hij een ontwikkeld, voor¬naam iemand voor zich heeft en legt het volijverig uit, geeft hem de straat, het nummer, want dit is net een stad, meneer, en omdat hij verstrikt raakt in zijn eigen aanwijzingen komt hij achter de balie vandaan, stapt naar buiten en wijst, nu zeer beslist, Die laan daar uit, helemaal, bij de hoek gaat u naar rechts en dan steeds rechtdoor, het graf ligt aan de rechterkant op zo’n tweederde van de straat, maar let u goed op, want het is een kleine steen, je loopt er zo aan voorbij.
(….)
Ricardo Reis is voor¬bijgelopen aan het graf dat hij zocht, er was geen stem die hem riep, Pst, hier is het, en dan zijn er toch nog lui die koppig bewe¬ren dat de doden praten, wee die doden als ze geen plaat hadden, een naam in de steen, een nummer, net als de huisdeuren der levenden, alleen al om hen te kunnen vinden is het de moeite waard geweest dat we hebben leren lezen, stel je een analfabeet voor, een van de vele die wij hebben, je zou hem moeten brengen, tegen hem zeggen, Hier is het, wellicht zou hij je wantrouwig aankijken, zich afvragen of je hem wat wijsmaakt, of hij door jouw vergissing of gemeenheid gaat bidden voor Montecchio terwijl Capuletto daar ligt, voor Mendes terwijl het Gonçalves is.
Het concessiebewijs, Familiegraf van dona Dionisia de Seabra Pessoa, staat in het frontispice gebeiteld, onder de uitspringende dakrand van dit wachthuisje waar de schildwacht, romantisch beeld, aan het slapen is, beneden, ter hoogte van de onderste scharnier van de deur, een andere naam, meer niet, Fernando Pessoa, met zijn geboorte- en overlijdensdatum, en de vergulde ronding van een urn die zegt, Ik lig hier, en Ricardo Reis herhaalt hardop, niet wetend dat hij het heeft gehoord, Hij ligt hier, op dat moment begint het weer te regenen. Hij is van zo ver gekomen, uit Rio de Janeiro, heeft vele dagen en nachten over de golven der zee gevaren, zo nabij en zo ver weg lijkt hem thans die reis, en wat moet hij hier nu, met etenstijd, in deze straat, moederziel alleen met opgestoken paraplu tussen dodenwoningen, in de verte is het valse geluid van het klokje te horen, hij had verwacht dat als hij hier aankwam en dat ijzeren hek aanraakte, hij diep in zijn ziel een schok zou voelen, een verscheuring, een innerlijke aardbe¬ving, grote steden die in stilte instorten omdat wij er niet zijn, met neerzakkende portalen en witte torens, en uiteindelijk is het slechts heel even een licht branderig gevoel in de ogen, zo kort¬stondig dat hij niet eens de tijd had dit te denken en ontroerd te raken door de gedachte.
Deze fantastische roman ter ere van Pessoa toont aan hoe terecht de nobelprijs voor Saramago was. Ricardo Reis, de schepping van Pessoa, die hem af en toe nog ziet, maar steeds vager, is zelf ook ten dode opgeschreven nu zijn schepper er niet meer is. Het is ook een roman waarin Lissabon een belangrijke rol speelt, op een moment dat de tweede wereldoorlog op uitbreken staat. De Portugese dictatuur wordt op onnavolgbare wijze gefileerd. Een prachtige roman.
Saramago zullen we trouwens nog tegenkomen in een ander deel van Lissabon.
Wat in onze tijd wel een probleem is, is dat Pessoa hier niet meer ligt. Het familiegraf waar hij ooit lag is er nog wel, maar evenals de beroemde Amalia Rodrigues, de fado zangeres, is de beroemde schrijver herbegraven in Belem, tevens de laatste stop op onze Pessoa reis.
Na een wandeling over de begraafplaats keren we terug naar de ingang. Hier zijn trouwens wc’s als de nood hoog is. Een laatste tip is nog dat het Campo Ourique als begin/eindpunt van de tram een perfecte plaats is om op een geel trammetje een zitplaats aan het open raam te bemachtigen en de hele rit tot aan Praça Martim Moniz, dwars door Alfama en de steile en kronkelige straatjes, comfortabel uit te zitten. Een rit van zeker drie kwartier.
- Het graf van Pessoa, nu
Plaats: Mosteiro dos Jeronimos
Adres: Empire Square · 1400-206 Lissabon
Hoe kom je daar: tram 15E
Open: dinsdag t/m zondag 9.30-17.30 uur (laatste toegang om 17.00 uur)
Kosten: 18 euro. Online bestellen aanbevolen
Van de Praça Martim Moniz is het maar een klein stukje lopen naar het Praça Figueira. Daar begint tram 15E. Helaas meestal niet zo’n geel trammetje, maar een moderne tram richting Belem. De tram volgt de oever van de Taag. Als je geen haast hebt kun je onderweg even uitstappen voor het Museu Nacional de Arte Antiga, halte Cais Rocha. In dat museum hangt een schitterend schilderij van Jeroen Bosch.

De verzoeking van de heilige Antonius. In Brussel hangt een wat fletsere kopie. Zeker de moeite waard, maar dit kan natuurlijk ook allemaal op de terugweg.
Terug naar de tramhalte. Uitstappen op het eindpunt in Belem. Er zijn een aantal interessante zaken in Belem: Een museum voor moderne kunst, zeker de moeite waard, een botanische tuin, een bakkerij, de enige plek, naar men zegt, waar de echte pastel de nata te krijgen zijn, een toren, vroeger het vertrekpunt van de grote Portugese zeevaart onderneming, een monument om dat herinneren

en het gebouw waar we moeten zijn, het Mosteiro dos Jeronimos. De paar keren dat ik er was stonden er lange rijen. Vooraf kaartjes kopen is eigenlijk wel zo verstandig.

Eenmaal binnen overvalt de zeer rijke architectuur je. Het klooster is uit de 16e eeuw, het tijdperk van de grote ontdekkingen: langs de Kaap de Goede Hoop naar India (Vasco da Gama), naar Amerika (Columbus), Portugal als klein land bloeide en was over de hele wereld aanwezig.

En in dat klooster ligt Fernando begraven. Je zou haast zeggen dat dit klooster het Pantheon is van Portugal, ware het niet dat het aantal beroemdheden beperkt is. Bovendien is Luis de Camões slechts symbolisch hier begraven.
Ik had verwacht dat voor een dergelijk veelzijdige persoon als Pessoa, goed voor 81 heteroniemen, wel iets minder saais, iets modernistischer, bedacht had kunnen worden. Zowel wat betreft hoe het er uit ziet als wat betreft de omgeving. Anders dan op Cemitério dos Prazeres niemand in de buurt om mee te kletsen.

Ik benijd Fernando niet.
5 Juli 2025
Lissabon: Fernando Pessoa (1)
Plaats: diverse plaatsen
Duur: Als je deel 1 en tevens deel 2 volgt is de dag bijna gevuld.
- Café A Brasileira
Adres: Graça Plaza
Hoe kom je er: Metrostation Baixa-Chiado, uitgang Baixa
Vlak bij het plein waar de bekendste Portugese dichter, Luis de Camões, een beeld heeft, het Praça Luis Camões, naast de ingang naar de metro, is het terras van Café A Brasileira, een café dat geopend is in 1905. Op het terras zit Fernando Pessoa aan een tafeltje. Hij wordt onophoudelijk gefotografeerd met iemand die op de stoel naast hem gaat zitten, maar hij blijft er koel onder.

Hij zit daar zoals zijn collega en tijdgenoot Hemingway in Havana in El Floridita aan de bar zit. Ontspannen, met een drankje. Want ook dat hadden Hemingway en Pessoa met elkaar gemeen: hun grote voorliefde voor alcohol.

Maar verder verschillen deze tijdgenoten als dag en nacht, waarbij ik in het midden laat wie dan dag en wie nacht is. Een klein voorbeeld is de vriendschap voor een dictator door Hemingway (zie de foto op de foto) en de hekel die Pessoa had aan Salazar, de Portugese dictator.
Fernando Pessoa (1888 – 1935) is vooral bekend geworden door zijn heteroniemen, de vele afsplitsingen van de schrijver die allemaal een ander oeuvre hebben. De bekendste zijn Alberto Caeiro, Álvaro de Campos, Bernardo Soares en Ricardo Reis. Bij Pessoa is de mens niet ééndimensionaal, maar opgemaakt uit meerdere lagen. Het ‘ik is geen heer in eigen huis’ van Freud is door hem in zijn heteronimische werk uitgedrukt. En, grappig genoeg, heteroniemen die ook commentaar op elkaar schreven. Zijn bekendste werk is Het boek der rusteloosheid. Dat boek is pas na zijn dood gepubliceerd, waarover later meer.
Er zijn maar een paar foto’s van hem bekend, bijvoorbeeld deze onscherpe foto:

Pessoa, onderweg naar het terras van Café A Brasileira wellicht. Hier op het terras van het café zit hij goed. Zijn drankgebruik hielp bij zijn vroege dood, zoals wordt beschreven door Antonio Tabucchi, een Italiaanse Pessoa kenner, in De laatste drie dagen van Fernando Pessoa. Het is een korte novelle waarin in de laatste drie dagen van het leven van Pessoa zijn belangrijkste alter ego’s afscheid komen nemen. Het wordt beschreven als een delier.

“Hij lag in een bescheiden kamertje met een ijzeren bed, een witte kast en een kleine tafel. Pessoa ging op het bed liggen, stak de lamp op het nachtkastje aan, legde zijn hoofd te rusten op het kussen en streek met zijn hand over zijn rechterzij. Gelukkig waren de pijnen ondertussen wat minder geworden. De verpleegster bracht hem een beker water en een tablet en zei: excuseert u me, maar ik moet u een injectie toedienen, bevel van de dokter.
Pessoa vroeg om een dosis laudanum, een slaapmiddel dat hij gewoon was in te nemen wanneer hij, in zijn hoedanigheid van Bernardo Soares, er niet in slaagde de slaap te vinden. De verpleegster bracht hem het gevraagde en Pessoa dronk het op. Ik heet Catarina, zei de verpleegster, als u iets nodig hebt, belt u maar en ik kom meteen naar u toe.”
Wij zijn nog steeds op het terras en zitten naast Pessoa. Maar anderen willen dolgraag onze stoel, dus we laten Pessoa hier op het terras zitten, want sinds zijn dood is hij op meerdere plaatsen tegelijkertijd in Lissabon te vinden. Op weg dus, maar eerst kijken we nog even naar binnen bij, volgens het bordje op de gevel, de oudste boekwinkel van Lissabon, Livraria Bertrand, in de R. Garrett, geopend in 1732. Het zou zelfs de oudste boekwinkel in de wereld zijn. Het is allemaal zoals een boekhandel moet zijn, maar bijna nooit meer is. Achterin een café.

Na de boekhandel lopen we even terug, de R. Serva Pinto naar links in lopen naar een plein aan de rechterhand met het geboortehuis van Pessoa, tegenover het nationale theater. En voor dat huis staat wederom een beeld van hem.
- Het geboortehuis van Pessoa
Adres: Largo de Sao Carlos
Kosten: Geen

Op deze foto is dat beeld nog niet zichtbaar, maar wel het bordje op de muur dat Pessoa hier is geboren. Het bordje hangt bijna achter de lantaarn. Toch is het beeld zeer de moeite waard. Want de manier waarop Pessoa is afgebeeld laat zien dat hij zeker geen open boek is.

Als we Pessoa nog even vergelijken met Hemingway dan is Hemingway een recht toe rechtaan schrijver, terwijl Pessoa, tja, labyrintisch, zoekend, ambigue schrijft. Een voorbeeldje:
(Bernardo Soares) “Ik wou dat ik op het land was, zodat ik kon willen dat ik in de stad was. Ik ben ook zo graag in de stad, maar op die manier zou ik er dubbel zoveel genot van hebben.”
Echt een merkwaardige schrijver, want hij heeft ook tamelijk saaie detectives geschreven en ook een niet zo boeiende reisgids voor Lissabon. Die reisgids is oorspronkelijk in het Engels geschreven, Pessoa vertaalde ook, en ver na zijn dood uitgegeven. Maar wie ben ik om kritiek te leveren op volgens velen één van de belangrijkste schrijvers van de 20e eeuw.
Voor de volgende stap in de voetsporen van Pessoa moeten we naar het huis waar hij woonde. Dat huis ligt in de wijk Ourique. Het makkelijkste gaat dat door op het Praça Luis Camões het gele trammetje 28 naar Campo Ourique te nemen. Tegelijkertijd is dat trammetje vaak overvol, dus hopelijk lukt het. Uitstappen op het Praça de Estrela. Misschien even een blik in de kerk werpen, en dan een klein stukje lopen.
- Het huis van Pessoa, (nu museum)
Plaats : Casa Fernando Pessoa
Adres: Rua Coelho da Rocha, 16-18 Campo de Ourique
Hoe kom je daar: Tram: 25 e 28; Bus: 709, 713, 720, 738 en 774
Kosten: 5 euro. Kaarten ook online verkrijgbaar.
Openingstijden: 10 – 18 uur. Maandag gesloten.
In nog steeds een gewone straat met woonhuizen woonde Pessoa. Van zijn huis is een biografisch museum gemaakt.

Met in het museum natuurlijk de beroemde mysterieuze kist met 27.543 manuscripten, die na zijn dood werd gevonden.

Of de kist in het museum de echte kist is weet ik niet, ik vermoed van niet, maar deze kist speelt een belangrijke rol in de receptie van Pessoa. Het heeft tot in de jaren 80 van de vorige eeuw geduurd voordat een gedeelte van de documenten ontcijferd waren. In 1982 verscheen de eerste editie van het Boek der rusteloosheid. Daarna volgden telkens weer nieuwe edities, in 1986, 1990 en 1998. Van de laatste versie zijn weer nieuwe drukken verschenen die telkens weer aangepast werden. De Nederlandse vertaling van Harrie Lemmens die hier is afgebeeld, uit 2005, is gebaseerd op de vierde druk van de uitgave uit 1998.

Deze opeenstapeling van veranderingen heeft aan de ene kant te maken met wat er gevonden werd in de kist, maar anderzijds ook met het feit dat teksten in ongedateerde enveloppen zaten. Wat is dan de volgorde? En wat behoorde nu wel en wat nu niet tot het boek? Het beroemde Boek der rusteloosheid is daarom regelmatig aangepast en pas rond 2004 semi- definitief geworden.
Het museum is smaakvol ingericht en geeft een aardig overzicht van het leven en werk van Pessoa. Op de website (die erg traag is) kun je ook een virtuele tour door het museum maken, maar live is toch veel beter.
Na het bezoek in het café een fijn kopje espresso tegen een schappelijke prijs drinken en dan door naar de volgende etappe. Daarvoor kun je teruglopen naar de tram, maar ook doorlopen naar het Cemitério dos Prazeres. Het is ongeveer twee tramhaltes lopen, dus dat valt mee.
Over twee weken vervolgen we onze Pessoa reis.
Arko Oderwald
Download hier de pdf
Eerdere afleveringenn van Ter Plekke staan hieronder
21 Juni 2025
Lissabon: Dokter José Tomás de Sousa Martins
Plaats: Campo dos Mártires da Pátria, Lissabon
Hoe kom je daar: bus 730.
Kosten: geen
Er zijn veel beroemde dokters in onze geschiedenis. Zo zijn er de dokters wier namen aan een ziekte zijn verbonden. Denk aan Gilles de la Tourette, Cushing, Alzheimer, Parkinson, Dupuytren. Of dokters die verbonden zijn met een specifieke medische handeling, zoals de Babinski reflex, of een bepaald symptoom, zoals Cullen of Trousseau. O ja, er zijn ook dokters die als schrijver beroemd zijn geworden: Tsjechov, Vestdijk, Van Eeden, Slauerhoff, om er maar enkele te noemen.
Er is een wikisagepagina met beroemde dokters. Het is een bonte en vrij willekeurige verzameling van dokters, waarvan een groot aantal valt onder de bovenstaande voorbeelden. Wat opvalt is dat geen van die dokters beroemd geworden zijn door hun grote klinische capaciteiten, inclusief het fatsoenlijk omgaan met patiënten. Wat we wel weten is dat sommige dokters juist vanwege het gebrek aan dat laatste weer zijn afgevoerd van de lijst. Zo zijn Friedrich Wegener (ziekte van Wegener) en Hans Reiter (ziekte van Reiter) van de lijst afgevoerd vanwege hun Nazisympathieën. De ziekten zijn hernoemd.
Maar er zijn toch beroemde dokters die beroemd zijn vanwege de manier hoe ze met hun patiënten omgingen. Daarvoor moeten we in Lissabon naar Campo dos Mártires da Pátria. Daar staat het beeld van dokter José Tomás de Sousa Martins.

Hij leefde van 1843 – 1897. Hij heeft een wikipediapagina in het Nederlands. Daarop lezen we:
“Hij was arts en hoogleraar aan de Medisch-Chirurgische School van Lissabon, de voorloper van de Faculteit Medische Wetenschappen van de Universiteit NOVA in Lissabon. Hij studeerde farmacie en geneeskunde en werkte in Lissabon, vooral voor de arme bevolking. Zijn bijzondere interesse was de strijd tegen de tuberculose. Door zijn loopbaan en zijn keuze om vooral voor de arme bevolking van Lissabon te werken werd een imago gecreëerd van een heilige, die tot op heden merkbaar is.”
De toen onbehandelbare tuberculose was zijn levenswerk. Zo zorgde hij dat er in Noord Oost Portugal een sanatorium werd gebouwd, Sanatório Dr. Sousa Martins.
Het is treurig dat Sousa Martins zelf tuberculose kreeg. Zo erg, dat hij op 18 augustus 1897 een eind aan zijn leven maakte.
Nu staan we nu stil bij zijn standbeeld uit 1904.

Het beeld staat vlak bij de medische faculteit waar hij hoogleraar was.

Hij is natuurlijk menslievend afgebeeld, hier te zien op een kaartje met een wens.

Toch is dát eigenlijk niet hetgeen dat het oog herhaaldelijk trekt. Rondom het beeld zijn namelijk allemaal stenen gelegd, vaak van marmer, met daarop wensen en dankbetuigingen. Tientallen, ik denk zelfs honderden wensen en dankbetuigingen van patiënten, de een bovenop de ander.

Het zijn ex voto’s, in vele religies een bekend verschijnsel. Maar dat is nog niet het bijzonderste. Deze goede dokter is op moment van schrijven 128 jaar geleden gestorven… En er liggen ook vele dankbetuigingen die nog geen jaar oud zijn. Dokter Sousa Martins is een heilige geworden. Op zijn geboorte en sterfdatum wordt zijn graf en dit standbeeld door honderden mensen bezocht, zodat een permanente aanwas van ex voto’s tot in de eeuwigheid is gegarandeerd. Ik vraag me af of er iemand is die het een beetje ordent… Zo te zien niet.
Voor zover ik weet is dokter Sousa Martins nog niet tot de romanliteratuur doorgedrongen. Wellicht is De dokter van San Michele van Axel Munthe de roman die de heilige dokter het dichts benaderd. Of dr. Samuel Pozzi, de eerste gynaecoloog, die door Julian Barnes is beschreven in De man in de rode mantel. En dan is er nog de dokter uit een verhaal van Richard Selzer. Zijn dorpsgenoten vinden hem heilig, maar hij is een bedrieger….. Imposter, zo heet het verhaal. Dokter Sousa Martins was zeker geen bedrieger, maar een heilige? Dat is toch ook wat te ver gezocht.
Nu je hier toch bent is het de moeite waard om de R. Julio de Andrade in te lopen, de weg te volgen en dan de Jardim do Torel te bezoeken.

Lissabon kent een aantal plekken met een mooi uitzicht, Miradores. De Jardim do Torel is een prachtig aangelegd park met uitzicht over de benedenstad.

Ook een fijne plek om even uit te rusten. Verlaat het park weer zoals je binnen kwam en loop verder in de R. Julio de Andrade. Ga de eerste links en vervolgens rechts en je komt bij één van de drie kabeltrammetjes, de Elevador do Lavra, van Lissabon om af te dalen naar de benedenstad.

Arko Oderwald
Download als pdf hier