Ter Plekke 7 13 September 2025
Lissabon – José Saramago
Plaats: R. dos Bacalhoeiros, Fundação José Saramago
Kosten: 4 euro.
We staan vlak bij de Taag op R. dos Bacalhoeiros en voor een olijfboom. Die olijfboom staat hier niet zomaar. Onder die boom ligt José Saramago, althans zijn as. Naast de boom de tekst
Mas não subiu para as estrelas s’e a terra pertencia, vrij vertaald :
Maar hij steeg niet op naar de sterren als de aarde hem toebehoorde

De boom staat voor het huis waarin de Fundação José Saramago is gevestigd, een biografisch museum gewijd aan José Saramago. Het huis is een gerestaureerd 16e eeuws pand, het Casa dos Bicos. Het museum geeft een mooi inzicht in het leven van José Saramago.

Lissabon was de stad van Nobelprijswinnaar Saramago, alhoewel hij hier niet geboren is. De steden in zijn romans zijn alleen niet altijd 1 op 1 herleidbaar tot Lissabon. En dat heeft een reden denk ik, want Saramago was niet on speaking terms met de machthebbers. Geboren in 1922 en overleden in 2010 heeft hij zowel de dictatuur als de tijd na de dictatuur meegemaakt. Anders dan Lobo Antunes kwam Saramago niet uit een gegoede familie, maar uit een dagloners familie. Hij werkte als mecanicien en later als journalist. Zijn eerste roman was geen succes en toen bleef het 20 jaar stil. Pas in 1980 werd hij als schrijver bekend met een roman over het harde leven op het platteland, waarin zijn communistische sympathieën duidelijk doorklinken. In deze roman ziet ook de typische Saramagostijl voor het eerst het daglicht. Er is weinig wit op de bladzijde, de alinea’s zijn lang, de dialogen zijn achter elkaar doorgeschreven, waarbij alleen een komma en een hoofdletter aangeeft dat de spreker wisselt. Interpunctie is vreemd. Dat geeft een dwingend ritme.
Waarheen, maar het antwoord kwam eerder, nog aarzelend, onzeker, Naar een hotel, Welk, Weet ik niet, en op hetzelfde ogenblik dat hij dat zei, Weet ik niet, wist de reiziger wat hij wilde, met zulk een vaste overtuiging dat het leek alsof hij de hele reis over die keuze had nagedacht, Een dat dicht bij de rivier ligt, hier beneden, Dan komt alleen het Bragança in aanmerking, voor in de Rua do Alecrim, ik weet niet of u dat kent, Het hotel kan ik me niet herinneren, maar de straat ken ik ja, ik heb in Lissabon gewoond, ben Portugees, O, bent u Portugees, ik dacht Braziliaan, zoals u praat, Valt dat dan zo op, Nou ja, opvallen, je hoort het, Ik ben zestien jaar niet meer in Portugal geweest, Dat is lang, er is een hoop veranderd in die tijd, en op die woorden zweeg de chauffeur abrupt.
(Het jaar van de dood van Ricardo Reis)
En tenslotte is er een sterk magisch realisme in veel van zijn romans. Dat laatste geeft wellicht ook een duidelijke reden waarom er in zijn romans wel steden voorkomen die op Lissabon lijken, maar Lissabon toch niet zijn. Zijn romans zijn vaak parabels met een algemene boodschap en kunnen zich dus overal afspelen.
Zoals gezegd lagen Saramago en de machthebbers elkaar niet. Dat is niet alleen tijdens de dictatuur zo, maar ook na de dictatuur. Deze dictatuur eindigde weliswaar vrijwel zonder bloedvergieten, de anjerrevolutie, maar ook zonder het afleggen van verantwoording. De beulen van de dictatuur werden niet gestraft. Zonder bloedvergieten klinkt natuurlijk mooi, maar veel aangedaan leed bleef zo ongestraft en had zo ook de kans dat het onderhuids bleef door etteren. Saramago verliet daarom Lissabon en Portugal en ging op het (Spaanse) Lanzarote wonen.
Zijn beroemdste roman is ongetwijfeld De stad der blinden.

Er is een plotselinge epidemie van acute blindheid. De mensen bewegen zich door de stad in rijtjes die elkaar vasthouden, zoals in het schilderij van Breugel.

Pieter Bruegel: De parabel der blinden. Museo di Capodimonte, Napels.
Al snel blijkt hoe dun ons laagje cultuur is bij een bedreigende besmettelijke ziekte. Iedereen wordt aan zijn lot overgelaten. De kracht van het verhaal zit in de gedachte dat zoiets ons allemaal kan overkomen, en niet alleen de mensen uit Lissabon. Maar een epidemie is geen magisch realistisch element, zoals de COVID periode duidelijk maakte. Tijdens onze COVID periode werden er vaak romans genoemd die zoiets al beschreven hadden, en dan scoorde De pest van Albert Camus hoog. Maar Nemesis van Philip Roth komt dichterbij en ook De stad der blinden komt dichtbij als het gaat over het handelen van de overheid, ook al is dat bij Saramago veel onbarmhartiger en gewelddadiger.
Dat magisch realistische karakter van de boeken van Saramago is soms ook echt onwaarschijnlijk, maar toch overtuigend. Zo wordt in Het schijnbestaan bij de bouw van een supermarkt de grot van Plato ontdekt, en stopt in Het verzuim van de dood de Dood zijn werk te doen. Mensen in het niet nader gespecificeerde land sterven niet meer. Voordat je denkt hoera: mensen die op sterven liggen lijden nog wel, maar sterven niet meer. Als men deze mensen de grens van het land over brengt, sterven zij wel. Levensverzekeringsmaatschappijen zijn blij, zij hoeven niets uit te keren. De kerk vindt het een schandaal, want de kerk bestaat vanwege het feit dat er een hiernamaals beloofd wordt, een eeuwig leven, of dat nu hemel of hel is.
Saramago schrijft parabels met een algemene boodschap, vandaar dat het expliciete Lissabon niet nodig is. Dat wil zeggen, meestal. Eerder schreef ik over Pessoa en de roman van Saramago Het jaar van de dood van Ricardo Reis. In die roman speelt het echte Lissabon wel een rol.
Ricardo Reis komt naar Lissabon na de dood van Fernando Pessoa. Reis is één van de heteroniemen van Pessoa. Hij is een Braziliaanse dokter die gedichten maakt. Bij aankomst in Lissabon neemt hij zijn intrek in hotel Bragança, Rua do Alecrim.

Het hotel staat er nog steeds, maar het heeft nu wel een andere naam. Van daaruit wandelt Reis door de omgeving, met het Praça de Luis Camões als centrum. Uiteindelijk vindt hij aan dat plein ook werk als dokter. Reis verblijft een tijdje in het hotel, maar verhuist dan naar Rua de Santa Catharina, vlakbij het mirador met dezelfde naam.
Luttele minuten later stond Ricardo Reis op Alto de Santa Catarina. Naast elkaar op een bank zaten twee oude mannetjes naar de rivier te kijken, ze draaiden zich om toen ze voetstappen hoorden en de een zei tegen de ander, Verhip, dat is die ene kerel die drie weken terug ook hier was, hij hoefde geen nadere bijzonderheden te verstrekken, de ander vulde meteen aan, Die met die juffrouw, er zijn intussen hopen andere mannen en vrouwen hier langsgelopen of blijven staan, maar de oudjes weten exact over wie ze het hebben, het is een vergissing te denken dat je met de ouderdom je geheugen verliest, dat alleen het oudste geheugen intact blijft en geleidelijk bovenkomt, als verborgen boomkruinen wanneer na een overstroming het water zakt, er is één verschrikkelijk geheugen op hoge leeftijd, dat van de laatste dagen, het laatste beeld van de wereld, het laatste moment van het leven
Het is niet ver van het hotel, via het Praça de Luis Camões volgen we de gele tram de Rua do Loretto in. Na een tijdje aan onze linkerhand het bovenstation van een van de drie kabeltrammetjes die Lissabon rijk is. Een van de andere trammetjes kwamen we al tegen in de eerste aflevering. De derde kabeltram is onlangs rampzalig verongelukt. Even na de kabeltram linksaf slaan, de Rua Marechal Sandanha. Aan het eind van de straat is het Pharmacia museum, een museum over de geschiedenis van de farmacie in Portugal. Geen spectaculair museum, maar wel een degelijk overzicht.

Naast het museum is het restaurant Pharmacia, met lekker eten in Pharmacia stijl, met veel farmaceutische kasten in de zaal en farmaceutische accessoires op tafel. Wel reserveren van te voren (en hopen dat je antwoord krijgt).

Dan nog even kijken op het Mirador Santa Catharina naar het uitzicht. Hier komt Ricardo Reis te wonen, en ook hier weer een Luis de Camões uitzicht: een standbeeld van een mythische held uit zijn werk: Adamastor

Van hieruit is het niet ver lopen naar de Rua da Esperança, waar Saramago op nr 76 woonde. In het restaurant Varina da Madragoa, Rua das Madres 34 kwam Saramago regelmatig om te eten.
Wij zijn bijna aan het einde van onze Saramago wandeling. Maar om zijn eerste roman te eren, die zich in de Alentejo afspeelt, gaan we avondeten In het Casa de Alentejo. Vanaf de Praça Santa Catharina lopen we weer terug omhoog en slaan boven rechtsaf, wederom naar het Praça de Luis Camões. We lopen rechtdoor en bij Café Brasilia, waar Fernando Pessoa nog steeds zit, gaan we de metro in en komen we er beneden in de Baixa weer uit. Linksaf naar het Rossio en dan rechts van het Teatro Nacional langs lopen om vervolgens de Rua das Portas de Santo Antão in te lopen. Op nummer 58 is het Casa de Alentejo.

Het Casa do Alentejo is aan de buitenkant nu niet bepaald opvallend. Wie een restaurant zoekt loopt er waarschijnlijk aan voorbij. Maar eenmaal binnen verandert dat. Het lijkt wel een heel oud Moors gebouw.

Maar dat is allemaal nep. Het gebouw stamt uit het eind van de 17e eeuw, maar werd in het begin van de 20e eeuw geheel gerenoveerd tot de huidige staat. Er was een casino in gevestigd. In 1939 werd het een cultureel centrum voor de Alentejo streek, en dat is het tot op de dag van vandaag. Een congrescentrum, een restaurant, een café en een verkooppunt van artistieke producten uit de streek.

Boven zien we de congreszaal. Daarnaast uitstekend eten in een oude eetzaal met veel tegels aan de muur.

Wel reserveren van de te voren, het is een gewild restaurant.
Hier is de pdf van deze aflevering
Arko Oderwald